Afrika - Zuid Afrika - Van Johannesburg naar Kaapstad - Hluhluwé |
![]() |
Hluhluwé en St. Lucia |
|
|
||
|
||
Eenzame en verlaten stranden in Afrika |
Johannesburg | Krugerpark | Swaziland | Hluhluwé | Durban | Plettenberg Bay | Oudtshoorn | Kaapstad |
Dinsdag 11 augustus
- Hluhluwé - St. Lucia Na een zeer beperkt maar lekker ontbijt vertrekken we naar St Lucia. De rit duurt ongeveer 1 uur en loopt voornamelijk over de N2, de |
|
|
grote baan die eigenlijk van hier tot in Kaapstad loopt. We stoppen voor een boottocht op het St Lucia meer. De prijs bedraagt 325 rand voor 2 volwassenen en 1 kind wat niet echt goedkoop is. We vertrekken met een deftige boot waar zowel koffie als andere drankjes te krijgen zijn en met een perfect Engelstalige gids aan boord. Eerst zien we een paar prachtige vogels, waaronder een grote zeearend, en even verderop liggen de dieren waarvoor iedereen gekomen is. De nijlpaarden liggen in het water van het zonnetje te genieten, het is hier dan ook 25 graden en dankzij onze grote en stevige boot kunnen we tot vlakbij de kudde varen. Hoewel je zou denken dat de dieren de boten en mensen gewend zijn valt het toch op dat ze de boot aandachtig in het oog houden. Ze blijven echter stil liggen en daar ben ik blij voor. In Namibie zaten we in een klein bootje en plotseling dook er een nijlpaard voor ons op, ik zie nog altijd het verschrikte gezicht van onze gids. Nijlpaarden blijven één van |
de gevaarlijkste dieren van Afrika.Wanneer je een nijlpaard tegenkomt aan de kant en je staat tussen het dier en het water moet je al heel veel geluk hebben om het te kunnen navertellen. Hoewel het loge en luie dieren zijn kunnen ze aan de wal een hoge snelheid halen. Ze kunnen tevens op de bodem van de rivier stappen en daardoor heb je geen idee waar ze zich precies bevinden, misschien vlak onder | |
de boot! We varen verder en zien nog enkele krokodillen liggen samen met nog een grote groep andere nijlpaarden. Wanneer we rechtsomkeer maken en terugvaren liggen de dieren nog altijd allemaal op dezelfde plaats. Een beestenleven zeggen ze dan... Na 2.5 uur staan we terug aan de wagen en rijden naar St. Lucia. We dachten hier een wandelpromenade of boulevard aan het strand te vinden maar St. Lucia bestaat uit allemaal kleine aparte strandjes. We stoppen en gaan op het bijna verlaten strand zitten. Het plaatje is fantastisch. Mooie, ruwe zee, mooi verlaten strand en in de verte zie je het opstuivende zand en de wilde golven. Enkele meeuwen proberen voorbij te vliegen maar worden door de sterke wind telkens weer teruggeblazen. Na een half uur zit het zand in mijn oren en op nog een paar onaangename plaatsen en houden we het voor bekeken. St. Lucia centrum bestaat uit hotels, appartementen, restaurants, bars en veel maar dan ook veel te dure souvenierswinkels. De prijzen die ze hier durven vragen voor een houten beeldje is schandalig! Zelfs op de toeristische plaatsen aan de |
|
panorama route verkopen ze de zelfgemaakte beeldjes voor een tiende van de prijs hier. Wel een aanrader is het Italiaanse restaurant Alfredo’s. De pasta carbonada en de cappucino zijn er ongelooflijk lekker. Op de terugweg steekt de N2 mij tegen. Rijden op een lange perfect aangelegde baan is zo saai dat ik de eerste de beste gravelbaan insla. De weg is berijdbaar maar daarmee is alles gezegd. | |
|
Stenen, gravel en putten zorgen ervoor dat ik een snelheid van 25 a 30 km/u haal. De baan draait en we komen op een parallelweg met de N2. Wanneer na een tijdje de weg steeds meer in de andere richting draait heeft Anouck het al door dat we niet meer op de grote baan gaan uitkomen. We rijden echter door een mooi stukje Afrika. Overal kinderen die spelen, fietsers, koeien en geiten op de weg. Iedereen stopt en kijkt om waarna ze naar die duidelijk verdwaalde toeristen beginnen zwaaien. Aan de kant van de weg staat een man met een kapmes te hakken. Nu heb ik het niet echt voor vreemde mannen die met een kapmes zwaaien maar het was toch langs de kant van Anouck (grapje) dus stoppen we en vragen hem de weg terug naar Hlhluwé. De man is... een typische neger. Pikzwart, grijs haar en een verweerd en gegroefd gezicht door het harde leven op het Afrikaanse platteland. Hij maakt ons duidelijk dat hij geen Engels spreekt maar na enkele keren Hluhluwé |
gehoord te zeggen begint hij te lachen en stamelt de woorden “too far”. Na nog enkele vervaarlijke zwaaien met zijn mes in de andere richting bedanken we hem en rijden verder. Later heb ik nog dikwijls spijt gehad dat ik van deze man geen foto heb genomen. Sommige mensen hebben nu eenmaal een typisch voorkomen en deze kerel had dat zeker. Hoewel iedereen ondertussen al zeker weet dat we verloren zijn gereden, zelfs de Afrikanen zeggen het, blijf ik nog even koppig volhouden maar uiteindelijk moet ik toch op mijn stappen | |
terugkeren.Wanneer we draaien komen er net een groep kinderen met een begeleidster van de heuvel afgelopen. Ik vraag nog één keer de weg en ook de begeleidster zegt dat we terug moeten. De kinderen hebben ondertussen de grootste lol met die vreemde blanken en beginnen bij Largo aan zijn witte huid te voelen. Komen hier dan zo weinig blanken? Vreemd. De begeleidster vraagt of ze een eindje mag meerijden met ons, eigenlijk zegt ze alleen het woordje “lift” want ook zij spreekt geen engels. Wanneer ze achteraan in onze auto stapt is de hilariteit bij de kinderen groot en rennen ze nog een eindje achter de wagen. We moeten dus inderdaad dezelfde helemaal terug rijden, zetten de zwarte vrouw af ergens aan een huisje en rijden terug naar de N2. Toch ben ik voldaan, zo zie je maar: de leukste en meest typische dingen beleef je niet op grote wegen, niet in toeristencentra en niet tijdens dure excursies. Gewoon ergens onbekend inrijden waar weinig te zien is maar waar de mensen hun dagdagelijkse leven leiden kan |
|
heel tof zijn. Dit is het grote voordeel van alleen reizen, je kan doen wat je wil, je gaat waar je wil en kan altijd en overal stoppen. Slapen in een hutje in Afrika zonder ramen is ook iets speciaals: zelden zoveel en vreemde geluiden gehoord ’s nachts. Met dank aan die ene (rot)kikker die de halve nacht voor ons deur heeft gezeten. Woensdag 12 augustus - Safari door het Humfolozi / Hluhluwé National Park Vandaag laatste dag safari en volgens mij de laatste keer het “echte” Afrika. We gaan naar het Hluhluwé- Umfolozi National Park. |
|
|
Het kleine broertje van het Krugerpark maar volgens sommigen veel mooier. Hoewel hier minder leeuwen zitten hopen we toch er ééntje te zien. Het park is opgericht ter bescherming van de neushoorn en dan vooral de witte neushoorn. Ondertussen zitten er al zoveel neushoorns dat ze de dieren kunnen overplaatsen naar andere nationale parken. Bij aankomst merken we direct dat dit een kleiner park is. De begroeting en afhandeling van de documenten gebeurt veel gemoedelijker en vriendelijker. We betalen 255rand (22€) voor drie personen + wagen en rijden het park binnen. Na 5min zien we al neushoorns, giraffen en zebra’s staan! Dat beloofd. Verder blijft het wild weer ver uit onze buurt. Blijkbaar hebben de zuid afrikaanse dieren het niet echt voor ons. In het Etosha park in Namibie zijn we blijkbaar dik verwend want daar hebben we massa’s dieren gezien. Het valt wel op dat dit park natuurlijker gebleven is dan het kruger. De wegen zijn goed berijdbaar maar veelal onverhard, het gaat bergop en bergaf en af |
en toe moet je door een klein stukje rivier. Bij één van die passages door een stukje overspoelde weg zien we naast de wagen een krokodil liggen. Even verderop gaat de weg omhoog en net als we op de top zijn steekt er een grote hagedis over. Het dier haalt zeker 1,5 meter en stapt rustig naar de andere kant van de weg voor de wagen. De schilpad die we even verder tegenkomen vonden we iets | |
minder interessant. Een jeep met toeristen staat aan de kant van de weg, begeleid door een gewapende ranger, en iedereen is ergens in de verte met zijn verrekijker aan het loeren. Aan de bewegingen te zien is het niet echt duidelijk naar wat ze kijken maar zelf weten ze het ook niet goed. De verrekijkers gaan van links naar rechts en van boven naar onder. Dieren spotten is leuk maar ik wil ze dan wel echt zien. Geen zwart puntje in de verte. We passeren de jeep en achter de bocht steekt net een witte neushoorn over. De witte neushoorn is met uitsterven bedreigt maar komt in dit park nog veel voor. Het dier vervolgt rustig zijn weg, gaat achter onze wagen en loopt net het struikgewas terug in wanneer de jeep er aankomt. Zij rijden verder zonder de neushoorn te zien. Safari is ook een beetje geluk hebben. Heb je eigenlijk voor een rondrit wel een ranger nodig? Ook zij kunnen blijkbaar geen afspraak met de dieren maken en moeten ze zoeken. Rond de middag is het altijd een rustige periode. |
|
De mensen hebben op het werk maar een uurtje pauze (of minder) maar de dieren nemen het er langer van. Naar de avond toe komen we op een smalle weg en zien alweer een jeep staan. Dieren zien we niet maar de ranger doet ons onmiddellijk teken om te vertragen en te stoppen. Ik stop een paar meters van de jeep en een enorme witte neushoorn komt verschrikt uit de struiken. Blijkbaar heb ik hem gestoord of opgeschrikt want hij komt de weg op en stapt naar onze auto! Ik ben al volop bezig de wagen in achteruit de schakelen als het dier beslist dat we toch niet zo bijster interessant zijn en vlak voor ons een stapje opzij zet. Het doet toch vreemd als zo een kolos |
|
naar je toekomt. Het wordt donker en we rijden naar de uitgang zonder leeuwen gezien te hebben. Vlakbij de poort, naast de grote weg naar Hluhluwé zien we nog neushoorns en een hele grote kudde buffels. Het park en de weg zijn gescheiden door een zwakke omheining en achter de buffels en neushoorns lopen de kinderen te spelen. Vreemde jongens die Afrikanen! |
|
In het donker rijden we voorzichtig terug naar de lodge en gaan we hongerig aan tafel. Over het eten van die avond kan ik kort zijn: vegetarisch.
Sla en wortelen als voorgerecht, sla en wortelen met rode bietjes als hoofdgerecht! Blij dat ik morgen naar een ander hotel kan. De Wildebees ecolodge zal later de minste van alle verblijfplaatsen blijken. Het valt ook op dat wij na het vertrek van de groep Italianen al drie dagen de enige gasten zijn. Duur, weinig comfort en we hadden de indruk dat alles een beetje “zozo” werd gelaten onder het motto “eco”. Het eten was eigenlijk niks speciaals maar lekkere groentjes en water zijn heel “eco”. Het zwembad en de tuin was een ravage maar wel heel "eco". De badkamer en het toilet werkte maar half maar dat is om water te sparen dus heel “eco”. Voor deze prijs (meer dan 100€ per nacht) verwacht je iets meer of je moet al volledig het groene gedachtegoed in je hebben. Ondanks de zeer vriendelijke eigenaars voor ons nooit meer. Waarschijnlijk zijn wij niet “eco” genoeg. |
|
|
Sammy |
|
|