![]() |
Tunesië |
|
|
||
|
||
Mijn vriendin en ik waren goed aangekomen
en hadden het hotel geïnspecteerd. De grote tuin met palmen,
tropische planten, bloemen en zwembaden bevielen ons zeer. Tevreden slenterden we over het strand naar het drie kilometer
verder gelegene Hammamet. |
Toen we daar aankwamen stond naast de
medina bij de zee een toeristentreintje. We gingen mee om de eerste indrukken van de stad
te verzamelen.
De tour duurde meer dan een uur, maar had niets indrukwekkends te
bieden. Na een paar dagen rust aan de zee of in één van de zwembaden, stonden we in de vroege ochtend op om voor het hotel afgehaald te worden voor een trip. De tour ging richting Tunis, dat ongeveer zeventig kilometer in het noorden ligt. Aan de linkerkant zijn heuvels te zien en rechts olijfbomen. We bezochten de stad Carthago, waar de opgravingen, het museum en het zicht op de stad bewonderd werd. Verder naar Sidi Bou Said. Een kunstenaarsdorp, waar leuke vogelkooien uit draad worden gevlochten. De witte huisjes hebben blauwe deuren en traliewerk voor de ramen. |
|
Aan beide kanten van de straat worden souvenirs verkocht, zoals keramiek en leer. |
|
Als een verkoper zijn
troep aan mij verkopen wilde zei ik resoluut “Nee bedankt” en ging verder.
Ze lieten ons dan met rust. Tegen de middag reden we naar Tunis. Dat was niet de beste reistijd, want we stonden lang in een file voordat de stad bereikt werd. Daar slenterden we door nauwe straatjes en werden tenslotte door een deur geloodst. Niemand had kunnen bedenken dat achter deze troosteloze muur een prachtig restaurant verstopt lag, waar ons middageten geserveerd werd. |
|
Bijna overal werd het zelfde aangeboden. Wij hadden geen
belangstelling om daarvan iets te kopen. Geoefend schudde ik de
handelaren van ons af. |
|
Hier is een moderne winkelgalerij en een grote markt, waar op beide kanten hoofdzakelijk keramiek verkocht wordt. De handelaren zijn hier niet lastig. Met sommigen had ik zelfs een leuk gesprek, zonder de bedoeling om iets te willen kopen. |
|
Hier beviel het ons
beter dan in Tunis. Hier rijden koetsjes met paard en wagen, die heel kunstig met bloemen zijn versierd. Maar klanten waren, helaas voor hen, zelden te zien. De volgende dagen brachten we door met zonnebaden aan het strand of het zwembad. Toen moesten we de benodigde spullen voor een overnachting inpakken. 's Morgens om half zes werden we voor het hotel opgehaald om naar het zuiden te gaan. Dikke wolken hingen aan de hemel en af en toe regende het een paar druppels. |
Nadat we een uur later bij Sousse aankwamen om medereizigers op te halen, probeerde de zon door de wolken te dringen. Onze kleine groep je bestond uit zeven personen. De eerste halte was in El Jem om het Amfitheater te bekijken. Deze zou mooier zijn dan die in Rome. Het is echt heel mooi. We reden langs de grootste olijvenplantages van het land en dan naar Gabes waar een kruidenmarkt is. Het ruikt hier heerlijk. Daarna reden we door een maanlandschap in de steenwoestijn. Deze schijnt eindeloos te zijn. In Matmata kregen we het middageten. Tevreden en met de buikjes vol konden we verder gaan. |
|
|
|
Maar eerst bezochten we het huis, meer een steenhut, van een berberfamilie. Nog een lange rit stond ons te wachten door de steenwoestijn naar Douz aan de rand van de Sahara. Tegen de avond kwamen we aan om op dromedarissen in de zandwoestijn te rijden, waar we van een prachtige zonsondergang zouden kunnen genieten. |
De drommedarissen hadden ons naar het begin
van een heuvel gebracht waar we te voet op moesten klimmen. Boven aangekomen wachtten we tot de
zon zou ondergaan. Er kwamen steeds meer wolken. De zon was nog zwak te zien,
maar hoe verder hij zonk, hoe meer hij achter de wolken verdween. De jongen die meegekomen was meende dat de zon nog eens tevoorschijn kon komen. Maar wij geloofden er niet meer in. De jongen tenslotte ook niet. Het werd al duister. Wij liepen naar de woestijnschepen en lieten ons naar de straat brengen waar de kleine bus stond. We reden naar het hotel waar we die nacht zouden logeren. |
|
In de morgen, of liever gezegd in de nacht, werd om half vijf op de deur geklopt. Dat betekende dat we moesten opstaan Ik dacht nog: ”Dit noemen ze vakantie hebben.” Ik stond op en maakte me klaar om verder te kunnen reizen. Toen ik in de ontbijtzaal kwam, waren die anderen al daar. Ik bediende me aan het buffet en liet het me goed smaken. |
|
Om half
zes stapten we in de auto om naar Kebili te rijden, aan de rand van het
zoutmeer. Ons was een prachtige zonsopgang beloofd. Het was nog pikdonker
toen we aankwamen.
Er was niet eens een ster aan de hemel te zien. Ik begaf me met de anderen in de zoutwoestijn. Nog niet helemaal wakker dacht ik op sneeuw te lopen en ging heel voorzichtig over de witte grond. Ik merkte dat het niet glad was, dus ging sneller. Bijna niets was te herkennen. Langzaam aan werd het iets lichter. Maar van de sprookjesachtige zonopgang was niets te zien. Wel de zoutbodem. Het zout wordt naar de Europese landen als strooizout geëxporteerd. Ik dacht, het kan best snel gaan, dat we dit moeten gebruiken. Deze gedachte was helemaal niet zo absurd. Twee dagen na mijn thuiskomst, sneeuwde het bij ons in Zwitserland. |
Wij stapten weer in de auto om door de zoutwoestijn Chott El Jerid naar Tozeur te rijden. Daar moesten we in een terreinwagen overstappen met een andere chauffeur. Deze wou trots zijn “kunnen” laten zien en reed met de wagen door de heuvelige zandwoestijn. Het ging bijna vertikaal naar beneden. |
Wij waren zeer gelukkig weer horizontaal te gaan.
Tot onze opluchting reed de chauffeur daarna weer over de weg. Het begon het
te regenen. Het goot in stromen. |
|
Maar de nieuwsgierigheid was toch sterker... Toen we boven door een kloof gingen, was de verrassing groot. Achter de kleurloze berg ligt een oase met water en palmen. Het groene werkte bijna verblindend in deze troosteloze omgeving. |
|
Wij liepen
achter de berg om en wandelden door de oase. Wanneer de mensen voor mij niet vlug genoeg
liepen, kleefden mijn schoenen vast aan de bodem. Op de terugweg zagen we kinderen die in de plassen speelden. Voor een hoop van hen was het de eerste ervaring met regen. Want hier had het al vele jaren niet meer geregend. |
|
|
Joyce |
||
|