Ontstaan van Málaga
Ooit
was hier een nederzetting van de Turdulen, een
Pre-Romaans volk dat in het zuiden van het Iberisch
Schiereiland woonde.
Er zijn twee theorieën over hoe de stad ontstaan is.
De eerste, werd Málaga 1000 jaar v. Chr. gesticht
als een van de kolonieën van de Feniciërs.
De tweede zegt dat de stad gesticht werd als kolonie
door de Grieken en de naam Mainake kreeg.
In de nabijgelegen plaatsen Antequera, Nerja en
Rincón de la Victoria, zijn veel eerdere civilisatie
sporen gevonden. De stad stond bekend als “Malaka”.
Waarschijnlijk komt de naam echter van de semitische
term m-l-k, wat ‘heersen’ of ‘macht hebben’
betekent.
Op deze plek stond een tempel ter ere van de
godin Astarté, godin van de hemel in semitische
mythologie.
Zeker
is dat Málaga in de 6e eeuw v. Chr. werd veroverd
door de Carthagen. In het jaar 218 v. Chr. wordt de
stad weer veroverd door de Romeinen. De Romeinen
bouwen vele belangrijke bouwwerken, b.v de
haven en het Romeinse theater. Málaga krijgt nu ook
stadsrechten.
Málaga
groeit in deze tijd uit tot een belangrijk centrum
in deze regio, met een groeiende groep
intellectuelen en kunstliefhebbers. Hieraan komt een
abrupt einde in het jaar 411. De stad werd veroverd
door de Germanen.
Keizer
Justiniano I veroverd Málaga terug van de
Germanen. In het jaar 623 wordt de stad weer
veroverd door de Visigothen. In de 8e eeuw wordt het
grootste deel van Spanje veroverd door de Moren.
Ook Málaga wordt een deel van het Arabische rijk
Al-Andalus, de stad kreeg de naam “Malaqah”.
Aan
het begin van de 11e eeuw wordt het Kalifaat van
Córdoba, ( hieronder valt ook Málaga ) verdeeld in
40 verschillende ‘taifarijken’.
Málaga wordt de hoofdstad van haar eigen rijk, “Rayya”,
een deelstaat van het Arabische rijk. Rayya werd
onder meer veroverd door het taifarijk Granada, de
Almohaden en de Almoraviden.
De Almoraviden bezette de stad van1089 tot 1143.
Toen bezette de Moorse Koning Ibn Hud de stad, die
de Almoraviden meteen uit de stad verbande.
Na zijn dood in 1238 werd de stad aangeboden aan
Mohamed I van Córdoba.
In het jaar 1348, is het Alcazaba en het Kasteel op
Gibralfaro voltooid.
Wel de twee belangrijkste monumenten uit de Moorse
tijd.
Tijdens de Reconquista, bouwden de Moren een groot
aantal verdedigingstorens rondom Málaga, zoals de
“Puerto de la Torre”, “Alhaurín de la Torre” en
“Alhaurín el Grande”.
Een aantal jaren later wordt begonnen aan de bouw
van vier Katholieke kerken:
de San Juan, Sagrario, Santiago en Santos Mártires.
In 1585 gaf Koning Filips II de opdracht om de haven
uit te breiden, daarvoor werd 1588 een dijk
aangelegd, die ervoor zorgde dat de haven kon worden
vergroot.
De volgende eeuwen werd de haven steeds
belangrijker, in 1791 kreeg Málaga zelfs haar eigen
douane.
Málaga stond van 1810 tot 1812 onder het Franse
bewind van Napoleon Bonaparte. In 1812 wordt de
Constitutie van Cádiz getekend, hierdoor wordt het
weer een Spaanse stad werd.
Tijdens de Industriële Revolutie wordt Málaga de
belangrijkste industriestad van Spanje. Málaga kreeg
in die tijd dan ook de bijnaam “Fabriekstad”.
Málaga
is in deze tijd (19e eeuw)een centrum van liberale
politieke ideeën, die protesteerden tegen de
regering.
De 19e eeuw was een roerige periode in de Spaanse
geschiedenis. Op 11 februari 1873 verliet Koning
Amadeus van Savoye de troon en ontstond de “Eerste
Spaanse Republiek”.
Málaga was fel tegen deze Spaanse eenwording, en
verklaarde zichzelf een ‘kanton’, dat de start van
de ‘Kantonale Revolutie’ in Spanje betekende.
In 1865 wordt de spoorlijn tussen Málaga en Córdoba
aangelegd. In 1891 wordt de straat “Calle Marqués de
Larios” aangelegd, de bekendste straat in het
historische centrum.
1919 wordt het vliegveld van Málaga geopend. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog in
de jaren ’30 wordt Málaga gebombardeerd door Benito
Mussolini, die de opkomst van Francisco Franco
steunde.
Na het einde van de burgeroorlog, bij het begin van
de dictatuur begint voor Málaga een stabiele
periode. De stad heeft in de jaren ’50 en ’60 een
grote economische groei, door opkomst van het
toerisme . In 1972 wordt de Universiteit van Málaga
opgericht.
Na de val van het Franco regime, heeft Málaga zich
gevestigd als een van de economische centra van
Spanje.
Sinds het jaar 2000 heeft de stad ook een
belangrijke positie ingenomen op cultureel en
economisch gebied.
De stad heeft intussen haar
Picasso Museum en een Moderne Kunstmuseum.
Economisch gezien verzorgt de stad de helft van de
handel in Andalusië en de stad zal zeker verder
groeien na de uitbreiding van het vliegveld. Daarbij
de nieuwe verbinding met de hogesnelheidslijn naar
Madrid en een nieuw metronetwerk dat wordt aangelegd.
Málaga
is de kleinste, maar ook dichtstbevolkte van de acht
Andalusische provincies.
Zij is
vooral bekend door de Costa del Sol (Torremolinos,
Fuengirola, Marbella), drukbezocht vanwege het
mediterrane klimaat met zachte winters, warme zomers
en weinig neerslag. Maar ook in het binnenland valt
veel te zien: de natuurparken van de Montes de
Málaga en de Sierra de las Nieves, het berggebied en
de mooie witte dorpen rond Ronda, het dal van de
Guadalhorce-rivier, Málaga zelf met kathedraal en
Moors fort, de stad Antequera met kerken en paleizen
en het geërodeerde berggebied van El Torcal, de
schilderachtige Axarquia, d.w.z. het heuvelachtige
landbouw gebied ten noordoosten van Málaga.
Coín ligt in het dal van de rivier Guadalhorce op
ongeveer 40 km van Málaga.
|