Europa - Spanje - Andalusië - Málaga

Málaga
Tekst en foto's: Arie van der Zalm
0

Spanje - Andalusië - Málaga

 

 

 

 
 

Málaga - stad

De vijfde grootste stad van Spanje ligt in het midden van een van de meest belangrijke toeristenbestemmingen van de wereld.
De stad Málaga heeft een bepaald charme, waardoor iedereen het gezien moet hebben.
Cultuur, tradities, gastronomie, een heerlijk klimaat en de  gastvrije mensen verstevigen  het beeld van de stad als paradijs.
De Spaans dichter en nobelprijswinnaar Vicente Aleixandre noemde deze stad een paradijs.

Als wij met de bus komend uit Torre del Mar, ongeveer 20 km voor Malaga (3,40 een retourtje)

uitstappen aan de haven,dan merkje gelijk dit is Andalusiën puur, heerlijk.

Als wij via de  Puerto de Malaga naar Plaza de toros de la Malagueta flaneren,zien wij dat er een deur open staat van de arena.

Waar naar wij gewoon naar binnen lopen, en door de arena dwalen...........

tot wij deze meneer tegen komen en ons verteld dat wij niet in zijn buro mogen komen en
neemt ons mee naar het museum waar wij wel eerst intree moeten betalen (zakenmannetje)


Na een uurtje hier rond gekeken te hebben, gaan wij via  "Palacio de Aduana,"  (oorspronkelijk lag dit aan het water ).
 

Hier bevindt zich  een botanische tuin, bekend als "El Parque." Een stille oase midden in deze hectische metropole. Dit is een van de grootste tropische tuin in Europa, hier staan meer dan 160 verschillende  soorten bomen en planten.

Er zijn nog meer historische tuinen in Málaga, b.v "La Concepción,"  hier kun je onder begeleiding aan tochten deel nemen. Het "El Retiro," hier is een vogelkundige verzameling.
 

Naar het hart van de stad  "Calle Larios", van hier gaan vele smalle straatjes, met oude en nieuwe winkeltjes,

 tapa bars en steeds weer terrasjes en pleintjes. Hieronder de Calle Larios


In het centrum van Malaga zijn meerdere historische monumenten te bekijken, b.v.  het Romeinse amphitheater uit 200 jaar na Christus. Dit werd door toeval ontdekt in de tweede helft van de 19de eeuw . Bij opgravingswerk, tijdens de bouw van de Casa de la Cultura.
Dit werd geofferd om het theater in zijn geheel op te graven.
 

Vista del antiguo Teatro Romano de Malaga

Achter het amphitheater ligt het Moorse paleis  bekend als "La Alcazaba."
of moet ik zeggen Moors fort

Deze  Arabische vesting is over een Romeinse ruïnes gebouwd in begin van de 9e eeuw door Caliph Abd er Rahman I als een verdedigingswal.

Als je het "La Alcazaba." uitkomt (2 keer links) en je hebt een paar goede stevige schoenen aan
ga niet met de bus naar Castillo de Gibralfaro  maar te voet het is stijl,
maar je krijgt prachtige ver gezichten te zien over de stad

Het Castillo de Gibralfaro was van oorsprong een vesting van de Feniciërs maar in de 14de eeuw werd het omgebouwd tot een Arabisch kasteel. Hier bevindt zich ook een klein museum.


Ontstaan van Málaga

Ooit was hier een nederzetting van de Turdulen, een Pre-Romaans volk dat in het zuiden van het Iberisch Schiereiland woonde.
Er zijn twee theorieën over hoe de stad ontstaan is.
De eerste, werd Málaga 1000 jaar v. Chr. gesticht als een van de kolonieën van de Feniciërs.
De tweede zegt dat de stad gesticht werd als kolonie door de Grieken en de naam Mainake kreeg.
In de nabijgelegen plaatsen Antequera, Nerja en Rincón de la Victoria, zijn veel eerdere civilisatie sporen gevonden. De stad stond bekend als “Malaka”. Waarschijnlijk komt de naam echter van de semitische term m-l-k, wat ‘heersen’ of ‘macht hebben’ betekent.

Op deze plek stond een tempel  ter ere van de godin Astarté, godin van de hemel in semitische mythologie.

Zeker  is dat Málaga in de 6e eeuw v. Chr. werd veroverd door de Carthagen. In het jaar 218 v. Chr. wordt de stad weer veroverd door de Romeinen. De Romeinen bouwen vele belangrijke bouwwerken, b.v de  haven en het Romeinse theater. Málaga krijgt nu ook stadsrechten.

Málaga groeit in deze tijd uit tot een belangrijk centrum in deze regio, met een groeiende groep intellectuelen en kunstliefhebbers. Hieraan komt een abrupt einde in het jaar 411. De stad werd veroverd door de Germanen.

Keizer Justiniano I veroverd  Málaga terug van de Germanen. In het jaar 623 wordt de stad weer veroverd door de Visigothen. In de 8e eeuw wordt het grootste deel van Spanje veroverd door de Moren.
Ook Málaga wordt een deel van het Arabische rijk Al-Andalus, de stad kreeg de naam “Malaqah”.

Aan het begin van de 11e eeuw wordt het Kalifaat van Córdoba, ( hieronder valt ook Málaga ) verdeeld in 40 verschillende ‘taifarijken’.
Málaga wordt de hoofdstad van haar eigen rijk, “Rayya”, een deelstaat van het Arabische rijk. Rayya werd onder meer veroverd door het taifarijk Granada, de Almohaden en de Almoraviden.
De Almoraviden bezette de stad van1089 tot 1143. Toen bezette de  Moorse Koning Ibn Hud de stad, die  de Almoraviden meteen uit de stad verbande.
Na zijn dood in 1238 werd de stad aangeboden aan Mohamed I van Córdoba.
In het jaar 1348, is het Alcazaba en het Kasteel op Gibralfaro voltooid.
Wel de twee belangrijkste monumenten uit de Moorse tijd.

Tijdens de Reconquista,  bouwden de Moren een groot aantal verdedigingstorens rondom Málaga, zoals de “Puerto de la Torre”, “Alhaurín de la Torre” en “Alhaurín el Grande”.

Een aantal jaren later wordt begonnen aan de bouw van vier Katholieke kerken:
de San Juan, Sagrario, Santiago en Santos Mártires.

In 1585 gaf Koning Filips II de opdracht om de haven uit te breiden, daarvoor werd 1588  een dijk aangelegd, die ervoor zorgde dat de haven kon worden vergroot.
De volgende eeuwen werd de haven steeds belangrijker, in 1791 kreeg Málaga zelfs haar eigen douane.
Málaga stond van 1810 tot 1812 onder het Franse bewind van Napoleon Bonaparte. In 1812  wordt de Constitutie van Cádiz getekend, hierdoor wordt het weer een Spaanse stad werd.
Tijdens de Industriële Revolutie wordt Málaga de belangrijkste industriestad van Spanje. Málaga kreeg in die tijd dan ook de bijnaam “Fabriekstad”.

Málaga is in deze tijd (19e eeuw)een centrum van liberale politieke ideeën, die protesteerden tegen de regering.

De 19e eeuw was een roerige periode in de Spaanse geschiedenis. Op 11 februari 1873 verliet Koning Amadeus van Savoye de troon en ontstond de “Eerste Spaanse Republiek”.
Málaga was fel tegen deze Spaanse eenwording, en verklaarde zichzelf een ‘kanton’, dat de start van de ‘Kantonale Revolutie’ in Spanje betekende.

In 1865 wordt de spoorlijn tussen Málaga en Córdoba  aangelegd. In 1891 wordt de straat “Calle Marqués de Larios” aangelegd, de bekendste straat in het historische centrum.

1919 wordt het vliegveld van Málaga geopend. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog in de jaren ’30 wordt Málaga gebombardeerd door Benito Mussolini, die de opkomst van Francisco Franco steunde.

Na het einde van de burgeroorlog, bij het begin van de dictatuur begint voor Málaga een stabiele periode. De stad heeft in de jaren ’50 en ’60 een grote economische groei, door opkomst van het toerisme . In 1972 wordt de Universiteit van Málaga opgericht.

Na de val van het Franco regime, heeft Málaga zich gevestigd als een van de economische centra van Spanje.
Sinds het jaar 2000 heeft de stad ook een belangrijke positie ingenomen op cultureel en economisch gebied.

De stad heeft intussen haar  Picasso Museum en een Moderne Kunstmuseum. Economisch gezien verzorgt de stad de helft van de handel in Andalusië en de stad zal zeker verder groeien na de uitbreiding van het vliegveld. Daarbij de nieuwe verbinding met de hogesnelheidslijn naar Madrid en een nieuw metronetwerk dat wordt aangelegd.

Málaga is de kleinste, maar ook dichtstbevolkte van de acht Andalusische provincies.

Zij is vooral bekend door de Costa del Sol (Torremolinos, Fuengirola, Marbella), drukbezocht vanwege het mediterrane klimaat met zachte winters, warme zomers en weinig neerslag. Maar ook in het binnenland valt veel te zien:  de natuurparken van de Montes de Málaga en de Sierra de las Nieves, het berggebied en de mooie witte dorpen rond Ronda, het dal van de Guadalhorce-rivier,  Málaga zelf met kathedraal en Moors fort, de stad Antequera met kerken en paleizen en het geërodeerde berggebied van El Torcal, de
schilderachtige Axarquia, d.w.z. het heuvelachtige landbouw gebied ten noordoosten van Málaga. 
Coín ligt in het dal van de rivier Guadalhorce op ongeveer 40 km van Málaga.

 

Vanaf het op 130 meter hoge rots gelegen kasteel heb je een prachtig panorama over de stad en de omgeving.
Het kasteel is via een vestigingswal verbonden met het het boven genoemde lagergelegen Alcazaba,
Van hieruit gaan wij weer te voet naar beneden, richting kathedraal.
Dicht bij de Kathedraal, staat een prachtig gebouw,  het is het paleis van de graaf van Bellavista. Dit werd in de 16e eeuw gebouwd, met een heel en onnavolgbaar mooi plafond in Mudéjar-stijl.
Dit  is nu het Picasso museum.(fotograferen verboden alles wordt je afgenomen)

Van daar naar de Kathedraal
De kathedraal van Málaga staat ook wel  bekend als "la manquita," de kleine een-armige vrouw, dit heeft met de  de tweede toren te doen, die nooit is  voltooid.
Het heeft meer dan twee eeuwen geduurd  tot de kathedraal  zover was, en wel van de tweede helft van de 16e eeuw  tot tegen het einde van  de 18e eeuw
Dit verklaart.ook de verschillende bouwstijlen .

Een Gotische stijl,  Renaissance (een van de tempeldeuren) en een barokstijl in de decoratie van de lateien en de voorgevel.

Het priesterkoor is buitengewoon (17e eeuw), hier zijn  40 van de totaal 58 houten figuren zijn gekerfd

door de beroemde beeldhouwer Pedro de Mena.

De orgels, zijn gebouwd  door Julian de la Orden in 1871.

Als je nu zoals wij in de week voor semana-santa komt maak je de volgende taferelen mee

het reinigen van de straat voor de processie

en overal stoelen, stoelen, stoelen

Maar wat een heerlijke stad,  wij hebben Malaga in totaal 4 dagen bezocht maar eigenlijk te kort.

Daarom zeg ik hasta luego Malaga


 

De website van Arie


Arie