Montenegro |
![]() |
Baai van Kotor - Tarakloof - Budva |
|
|
||
|
||
|
|
Buiten de stad reden we over een snelweg met
éénrichtingsverkeer langs een afgrond, met daar onder de stad Dubrovnik
aan de diepblauwe zee met zijn kleine eilanden. Later reden we langs Srebreno,
waar veel verlaten en uitgebrande huizen vol schietgaten stonden.
Vroeger was dit een vakantieparadijs, maar nu zijn hier nauwelijks
toeristen te zien. Men is bezig om het weer op te bouwen. Voor we de grens met Montenegro bereikten, vertelde de reisleider dat we daar alléén met Euro's konden betalen. Dat vond ik "super". De avond daarvoor had ik Euro's in Kroatische Kuna's gewisseld en stond er toen niet bij stil dat Montenegro een ander land met andere valuta is. |
Ook de tante bij wie ik deze reis had geboekt, vond het blijkbaar niet nodig om mij daar op te wijzen. Maar ik ging er van uit dat daar ook banken zouden zijn en het leek me geen probleem om daar mijn Kuna's weer in Euro's terug te wisselen, wat me hoogstens een paar centen aan provisie zou kosten. |
We bereikten de grens. De reisleider stapte uit om in
een houten keetje de papieren te laten zien. Het duurde niet lang
voordat hij klaar was en wij weer verder konden. Niemand vond het
blijkbaar nodig om onze papieren te controleren. De bergen werden hoger naarmate we verder het binnenland inreden. Nu begreep ik ook de naam van het land: "Zwarte Bergen". De bus reed langs de inhammen van de zee, die tot ver in het binnenland reikten. Het landschap leek op de Noorse fjorden, maar dan met een tropische begroeiing. Het langste fjord reikt tot 27 km landinwaarts. Even nadat de bus weer langs de zee ging rijden, bereikten we Kotor. |
|
|
Daar stapten we uit en slenterden onder de boog naar
de oude stad, waar ieder zich op eigen houtje kon vermaken. De
reisleider wees op enkele banken waar we geld konden wisselen. Buiten
hing een pinautomaat. Ik had geen pasje bij, alleen maar Kroatisch geld,
dus moest ik de bank in om te wisselen. Bij de eerste bank die ik zag, probeerde ik mijn geluk. Zij accepteerden geen Kuna's. Ik probeerde het bij een tweede bank. Ook zij wilden het geld van het buurland niet aannemen. Ondertussen begon ik mijn geduld te verliezen en ging de derde en laatste bank binnen. Daar vroeg ik de dame: "Jullie nemen zeker ook geen Kuna's aan?" Met een vriendelijk glimlachje antwoordde ze "Nee". Toen werd ik tamelijk boos. Ik nam een waterflesje uit mijn tas, hield dat de nette dame voor de neus en schreeuwde: "Gelukkig heb ik mijn eigen water meegenomen, anders zou ik in jullie land nog van de dorst omkomen!" |
Ik ging naar buiten. Hoewel het nog vroeg in de middag was, brandde de zon al flink. Tijd om de plaats te bekijken had ik niet meer, omdat de bus weer op het punt stond om te vertrekken. |
Toen we verder reden vroeg de jonge Engelsman achter
mij, of ik had kunnen wisselen. Toen ik "Nee" zei, bood hij aan om 20
Euro te wisselen. Hij was een van de gelukkigen die een pinpas bij had
en geld uit de automaat kon halen. Ik was gered. Ik hoefde niet meer
bang te zijn de hele hete dag te moeten overleven op een half litertje
water. We reden over een bochtige weg, die nog in het laagland lag. De reisleider vertelde ons dat de weg nog smaller, bochtiger en steiler zou worden. Het zouden de langste 18 km worden, die we ooit hadden meegemaakt. Ik dacht aan eerdere reizen die ik had gemaakt en kon alleen maar gniffelen over deze mededeling. De weg begon inderdaad te stijgen, werd smaller en bochtiger. De ene keer lag de zee links en dan weer rechts van mij. De weg was zo smal geworden, dat er nauwelijks plek was voor twee auto's naast elkaar. |
|
|
|
We hadden al een aadig eind gereden en tot nu toe was
alles goed gegaan. De zwakste maakte steeds plaats voor de sterkste. Toen kwam er vanuit een bocht een andere bus op ons afgereden. Onze chauffeur wilde achteruit rijden naar een uitwijkplaats, maar de andere chauffeur had het zelfde idee. Dus wij stonden stil en de andere bus reed langzaam achteruit de bocht weer in. Ik kon het allemaal goed bekijken. De andere bus reed zo dicht langs de afgrond, dat ik vreesde dat hij van de weg zou raken en in de afgrond zou storten. De randen van de linkerwielen hingen al over de rand. Ik dacht: "Nu gebeurt het. Ik word getuige hoe een bus vol met passagiers naar beneden stort." Blijkbaar dacht de Engelsman het zelfde. Hij riep: "No!" en hield de handen voor de ogen. Maar er gebeurde niets. Langzaam reden we langs de andere bus en gingen verder. Tot onze opluchting stopte de bus kort daarna op een parkeerplaats. De reisleider vertelde ons dat het stijgen nu zo goed als voorbij was. We stapten uit en genoten van de frisse buitenlucht. Ik geloof dat iedereen een beetje in ademnood zat. De Engelsman, die achter me zat en voor mij de Euro's had gewisseld, vroeg of ik niet bang ben geweest. Ik schepte op door te zeggen dat ik zelf in een land met bergen woon en gewend ben aan dit soort situaties. Gelukkig zat hij achter me en heeft hij niet kunnen zien hoe verlamd ik was van schrik. Samen liepen we naar de helling, waar het zicht het mooist was. In de diepte lag de baai van Kotor (Boka Kotorska) van waar wij waren gekomen. Nu zagen we ook de bochten waarover de reisleider had gesproken. |
De weg had de vorm van een "M". De architekt hoopt daarmee de mooie Milena voor zich te winnen. Milena was echter verliefd geworden op de prins. Ze trouwde met haar Nicola en werd koningin. Vanaf deze hoogte was de zee zelfs niet meer te zien. Allen bergen en daartussen diepblauw water, dat van de zee kwam. We moesten weer verder, dus stapten we de bus in. |
Onderweg zagen we in de diepte verschrikkelijke
stortplaatsen. Oude auto's, koelkasten, vuilniszakken en al het andere, dat men
niet meer kon gebruiken, werd eenvoudig de afgrond ingegooid. Het mooie
landschap lag bezaaid met afval. Het was inmiddels laat in de middag geworden en onze magen begonnen te knorren. De reisleider beloofde ons een echt Dalmatisch gerecht, inclusief drankjes voor nog geen 4 Euro. De berg, die maar ongeveer 1000 m hoog is, bestaat uit kale rotsen en stenen met weinig begroeiing. Het ziet er uit zoals bij ons een berg op 2000 m hoogte. Er stonden enkele boerderijen, maar ik kon geen vee of landbouwgrond ontdekken. De mensen moesten hier toch ergens van leven? Sommigen verdienden aan toeristen. De bus stopte bij een boerderij, met daarnaast een afdakje waaronder banken en lange tafels stonden. We liepen langs een tafel, waar brood met Dalmatische ham en kaas aangeboden werd, met daarbij een drankje: wijn, bier of een watertje. Ik bestelde brood met kaas en een cola. Mijn middageten bestond uit twee grote sneden droog brood met kaas daartussen, die ook droog was. De cola was niet voldoende om dat brood weg te spoelen en moest nog een fles water halen. De sneden brood waren te groot voor mijn bescheiden honger. Gelukkig hielpen een paar vogels mij om het eten weg te werken. Ik zag dat de anderen nog meer drinken nodig hadden. |
|
|
Na dit bescheiden middageten reden we verder naar
Cetinje, een troosteloze stad waar we een museum moesten bezichtigen.
Het was het voormalige paleis waar Nicola en Milena gewoond hadden. We
bekeken vele kamers. De ene in helemaal in het groen, de ander in geel,
blauw en roze en overal hingen schilderijen van Nicola en zijn mooie
Milena. Na deze bezichtiging ging de reis verder naar Budva aan de baai van Kotor. De meesten waren opgelucht dat we niet via een smalle weg naar beneden hoefden te rijden, maar via een mooi aangelegde 2-baans weg. Budva konden we een uur op eigen gelegenheid ontdekken. Een Duitse vrouw vroeg of ze met mij mee mocht, omdat ze anders bang was te verdwalen. Met alle plezier nam ik haar mee. Eerst liepen we naar het oude deel van de stadje om daar op een terrasje koffie te drinken. We keken over de stadsmuur naar de zee. Het uitzicht was schitterend, zolang je maar niet recht naar beneden keek. Want daar, niet ver van de zwemmers en zonnebaders, lag een enorme berg afval. |
Via de kliffen langs de zee liepen we naar de andere kant van het stadje. Het uur was snel voorbij en we moesten weer terug naar de bus. |
|
De Duitse was blij dat ze samen met mij heeft
gelopen, want ze zou de bus nooit alleen hebben kunnen terugvinden.
Enkele medereizigers waren wel verdwaald en kwamen te laat bij de bus
Toen we eindelijk weer verder konden gaan, hoefden we niet langs de hele
baai te rijden maar namen we de veerboot, die de reis met twintig
minuten korter maakte. De rest van de terugreis liep via dezelfde route
als de heenreis. De douane waren we snel voorbij. Toen de bus over de weg hoog langs de zee reed, wist ik dat het mooiste deel van de reis er snel aan zat te komen. Ik had het zeker al tien keer gezien. Ik zal me er waarschijnlijk ook na de honderdste keer over kunnen verbazen. De stad Dubrovnik glansde trots in de rode schemering diep onder mij. De stad zag er imponerend uit. |
|
Hoe mooi zijn deze Balkanlanden toch. Maar hun bewoners moeten nog veel leren om als beschaafde mensen door het leven te gaan. |
|
Joyce |
||
|