Amerika - Mexico - Yukatan

Mexico - Yucatan
Tekst: Joyce Frey
Reistijd: maart 2000

Cancun - Tulum - Coba - Chichen Itza - Valladolid - Uxmal - Mérida

 

 

Yucatan - Uxmal

 
 
Na een vermoeiende reis door Peru en Bolivia was ik na een lange vlucht van La Paz, via Santa Cruz en Miami, in Cancun aangekomen en ik verheugde me er op een paar dagen rust te hebben voordat ik een nieuwe reis ondernam.
 


Winkelstraat in Cancun

Drie nachten zou ik hier in een groot hotel wonen, dat aan de twintig kilometer lange landtong in de turquois blauwe zee aan een wit zandstrand lag. Ik vond het vervelend hier. Zo ook de lange straat waar een hoop dure hotels staan, waaraan het drukke verkeer voorbij raast. Een stuk verder in de straat was een winkel en weer iets verder een vochtgebied dat wel aardig om te zien was. Hier groeide mangroven, waartussen verschillende soorten hagedissen kropen. Ik kon amper wachten om verder te trekken.

Helaas moest ik ook nog eens naar een hotel vertrekken vanwaar de volgende reis zou beginnen. Met een taxi reed ik daarheen. Het hotel was nog groter en het zwembad was in verhouding veel te klein. Nadat ik me ervan overtuigd had, dat ook hier in de omgeving niets te beleven was, wist ik niets beters te doen dan naar het zwembad te gaan. 's Avonds trof ik twee andere Zwitserse vrouwen die dezelfde reis gingen maken.

Nu verheugde ik me er weer op om op reis te kunnen. Ook de andere gasten die mee op die reis gingen kwamen hier aan. Ik had al het gevoel dat het een gezellig gezelschap zou kunnen zijn. In de nacht deelde ik mijn kamer met moskitos, mieren en andere kruipende insecten.
 


Tulum

Toen we 's morgens afgehaald werden, bleken we een groep van 23 personen te zijn.

Met de bus reden we naar Tulum. Een oude Maya vesting, dat aan de stralend blauwe Caraibic ligt. Op een grijze steen ontdekte ik een hagedis, die dezelfde kleur als de steen had.


Coba


Als hij zich niet bewogen had, had ik hem niet eens gezien. In de rotsen boven het witte strand groeiden aan cactussen rode bloemen, die het landschap nog kleurrijker maakten. De volgende stop was in Coba, waar we na een lange wandeling door een regenwoud, piramides konden bekijken en beklimmen. Ik klom op de hoogste. Op de top maakte ik een rondgang en kon op de bomen van het bos kijken.
 


Acrobatiek in Chichen Itza

Daarna reden we naar Chichen Itza.

Op een kermis stond een hoge paal waar touwen aan hingen. Aan elk touw hing een man. Op de top, ver boven de grond, stond een man die de touwconstructie draaiende hield. De mannen aan de touwen lieten ware kunststukjes zien. Ik werd al duizelig van het toekijken.

Na een tijdje gingen we weer verder naar Valladolid, waar we in hotel Il Meson del Morgues de nacht doorbrachten.


Komisch figuur in Chichen Itza


De volgende morgen bezochten we de Mayastad en de piramide van Chichen Itza. De atleten uit onze groep konden de piramide beklimmen. Een paar gingen naar boven. Ik stond er onder en keek naar de hoge trap die naar te top voerde en dacht: "Wat die kunnen, kan ik ook".
 
Ik zette een voet op de eerste tree en ging dapper omhoog. Halverwege bleef ik staan om naar beneden te kijken. Ik schrok bij het uitzicht. Ik had niet gemerkt hoe steil het omhoog gegaan was. Toen besloot ik weer terug te gaan, wat me meer moeite kostte, dan het omhoog klimmen.

Na een korte tussenstop, reden we naar de grotten van Lol-Tun. We bekeken maar een klein deel van de grot, die 24 km. lang is. Met een beetje fantasie kon je in het gesteente bloemen en dieren herkennen.


Chichen Itza


Het ging verder naar ons hotel in Uxmal, waar we konden eten en ons verfrissen. Daarna reden we naar de ruïnes, waar we een lichtshow te zien kregen. Naar mijn mening tamelijk vervelend. Het hotel Mission Uxmal was erg luxueus. Het had grote kamers met balkon vanwaar je op het zwembad uitkeek, waar we jammer genoeg geen tijd voor hadden.
 


Uxmal - Lichtshow

De ochtend er op gingen we de gebouwen bij daglicht bekijken. Dat werkte veel imponerender op mij, dan die stomme lichtshow. Weer zag ik een soort leguaan die op een steen zat en zich braaf liet fotograferen.

Daarna gingen we naar een Mayadorp, waar ovalen huisjes in wit geschilderde steen stonden. In één van de huisjes konden we bekijken hoe vlaaienbrood werd gebakken. In de huiskamer hingen veel schilderijen met heilige afbeeldingen en op de kasten Christus- en Mariafiguren. Vervolgens bekeken we het binnenhof waar de was buiten in de zon hing te drogen. Aan een boom was een varken met een  touw vastgebonden. Een hond stond er voor en besnuffelde het varken.

Ik dacht: "Hier is de Sauhond ontstaan". Een Nederlands woord weet ik hiervoor niet te vinden. Daarna ging de reis verder naar Mérida. Na een kort stadsbezoek reden we naar de piramides van Kinich-Kak Mo.
 
Daar stond een steenblok, waar vroeger de hoofden rolden. De Maya's hadden er plezier in hun medemensen te onthoofden. Ik kon geen sympathie voor dit volk opbrengen, want ze waren zeer strijdlustig en gruwelijk. Ik vroeg me af of ze koppen misschien als voetbal gebruikten. Natuurlijk werd een zo wreed iets niet wereldkundig in die tijd.

Nu stond het Franciscaner klooster op het programma. In 1993 zou hier de paus op bezoek zijn geweest. Als herinnering daaraan, stond nu een standbeeld voor hem voor de kerk. Daarnaast stond een klein manneke. Hij was niet groter dan een zevenjarig kind. Hij had een kromme rug, een scheef gezicht en een hazenlip.


Kinich- Kak Mo

 


Straatje in Mérida

Hij was in een mooi zwart pak gekleed dat hem perfect paste. Daaronder een wit hemd en een stropdas. Om de ene pols droeg hij een gouden horloge en om de andere een gouden armband. Het kleine monster had een opwekkende uitwerking op mij. Ik vond hem vanaf het eerste gezicht sympathiek. Misschien lag het aan de ogen, die van plezier straalden. Onze reisleider vroeg of we het goedvonden om een rondleiding door het complex van het mannetje te krijgen. Niemand had er iets op tegen.

Het monstertje rende door de gebouwen. Hij wees een keer hier, een keer daar. Dan vertelde hij een hoop in de Duitse taal. Maar geen mens verstond er iets van. Toen we er doorheen geraasd hadden, wist niemand méér dan er voor. Maar de dwerg straalde zo van plezier, dat we allemaal graag een fooi in zijn hand drukten. Zijn verminkte gezicht zag er uit alsof we de gelukkigste mens ter wereld voor ons hadden.

Het avondeten kregen we in ons super dure hotel. Een buffet werd aangeboden, waar alle delicatessen lagen, die je je maar wensen kan.

Mij liep het water uit de mond bij het zien van het brood en de kaas. Het was een paradox, maar na drie weken vreemd eten gehad te hebben, smaakte het ordinaire stuk brood en kaas heerlijk.
 
De dag daarop reden naar een grote markt in de stad. Een deel ervan was in een gebouw. Iedereen rende naar de kraampjes en winkels. Al vlug had ik mijn medereizigers uit het oog verloren. Maar dat was geen probleem. Ik wist wanneer en waar de bus zou vertrekken. Ik ging op zoek naar een leuk geschenk voor mijn dochter. Ze had een sieraad van goud voor haar verjaardag gevraagd. Ik vond een paar leuke oorringen die me erg bevielen. Ik kocht ze.

Later, na het middageten, kregen we een sombrero op onze hoofden. Daar onder moesten we een sterke jenever drinken. De weinigen die het zuipsel naar binnen gekiept hadden, gingen met hun hoofd schudden. Daarna moesten we de sombrero's weer terug geven. Aansluitend op de terug weg, hielden we een quiz in de bus. De reisleider had deze al dagen van te voren aangekondigd. We zouden over gegevens van de reis uitgevraagd worden. De eerste die het juiste antwoord gaf, zou een glaasje tequila krijgen. Ik had al twee prijzen gewonnen. Maar daarna werkte mijn hersens niet meer zo goed om nog andere vragen te kunnen beantwoorden.


Valladolid - Centraal plein

 
We hielden nog een koffiepauze in een hacienda, waar ook Bill Clinton eens vakantie had gehouden. De rit ging verder in de richting van de zee. De eerste passagiers werden voor hun hotel afgezet. Ik reed verder naar Playa del Carmen, waar ik nog twee dagen zou verblijven. Het beviel me daar uitstekend.
 

 

 

Verder naar Xcaret


 
Joyce