Azië - Indonesië - Sulawesi - Makassar - Sengkang

Makassar - Sengkang
Tekst en foto's: Pasca Nabben
Reistijd: april - mei 2008

Indonesië - Sulawesi

 

 

Tau Tau poppen

 
 
Na ± 12½ uur vliegen komen we aan op Changi Airport, het vliegveld van Singapore. De vlucht is prima verlopen. In Singapore is het 3 uur wachten voordat onze vlucht vertrekt naar Bali, maar die tijd komen we op het vliegveld wel door. Changi is een erg groot en luxe vliegveld, veel restaurantjes, hotels, massagesalons, winkels met de meest uiteenlopende merken en artikelen, vijvers, grote buitentuinen en je kunt er zelfs naar de kapper en de manicure.
 
Wederom vertrekt de vlucht keurig op tijd en om 12.00 uur plaatselijke tijd komen we aan op Ngurah Rai International Airport, het vliegveld van Bali.

We kopen ons visum ($ 25,- pp. kan ook in euro’s betaald worden) en halen de rugzakken van de band. Bij de uitgang staan tientallen operators en taxichauffeurs met bordjes met namen erop in hun hand.

Onze naam is zo gevonden en een vriendelijke chauffeur brengt ons naar Sanur. Herkenning als we Sanur naderen. Op het eerste gezicht is er niet veel veranderd in 7 jaar tijd, gelukkig maar.


Bali - Sanur - Straatbeeld


Dit keer hebben we gekozen voor het Puri Santrian. We worden uiterst vriendelijk welkom geheten, krijgen opfrisdoekjes met menthol en vullen onze gegevens in. Glaasje drinken en dan naar de kamer. Die is ruim en heerlijk koel.
 


Hotel Puri Santrian

De schoenen gaan uit, de slippers gaan aan! Eerst maar eens Sanur in, kunnen we direct wat inkopen doen om de koelkast te vullen.

De hoofdstraat is nog echt hetzelfde, we herkennen diverse winkeltjes en doen zelfs inkopen bij “ons” supermarktje en zelfs dezelfde dame achter de kassa!

Vanuit het hotel lopen we zo het strand op. Wat is hier veel veranderd! We herkennen het niet meer... Veel tentjes met kleding en souvenirs en veel restaurantjes. Er ligt zelfs een heuse boulevard. Rustig wandelen kan er echter niet meer, de verkopers zijn behoorlijk opdringerig.

Kijken je boos aan als je niet even in hun shop wil kijken. Tot overmaat van ramp horen we “kijken, kijken, niet kopen”. Jammer, het is hier ook zo ver. Niet geheel onbegrijpelijk dat de verkopers zo reageren. Na de bomaanslagen op Bali hebben de toeristen het af laten weten.
 
Het trekt nu wel weer aan maar het toerisme is nog lang niet op het oude niveau. De bevolking moet het ook maar zien te rooien.

We kunnen het niet laten en lopen naar het Sanur Beach Hotel, het hotel waar we onze vorige reis naar Bali verbleven. Was dat zwembad er toen ook al? Alles lijkt een stuk groter dan in onze gedachten. De tuin is nog net zo mooi. Via de achteringang lopen we door het hotel naar de hoofdingang en staan na enkele minuten weer op de hoofdweg van Sanur.

De eerste dag maken we het niet te laat. Aan eten moeten we nu niet meer denken, het vliegtuigvoedsel (overigens erg smakelijk) was meer dan voldoende. Om 19.30 uur houden we het voor gezien, we kunnen onze ogen niet meer open houden. Vannacht om 02.00 uur wakker, beetje te vroeg toch nog maar even proberen te slapen.


Hotel op Bali


Tot onze verbazing doen we dat tot 07.45 uur. Kopje koffie, ontbijten, het hotel verkennen en dan lekker aan het zwembad liggen. Tegen de middag slenteren we door Sanur. We informeren vast naar I Wayan Sugita. 7 jaar geleden heeft hij ons heel Bali laten zien.
 


Wayan en zijn gezin

Verschillende dagen zijn we er met hem op uitgetrokken. Tevens heeft hij ons toen uitgenodigd om een ceremonie bij te wonen, de hele dag met de familie op stap geweest, achter in de auto met de offerbakjes op schoot, diverse tempels bezocht, geweldig!

We hebben daar veel foto’s van gemaakt en Wayan gaf aan dat hij de foto’s graag wilde hebben als we ze persoonlijk kwamen brengen. Dat willen we nu dus doen. Zijn restaurant hebben we zo gevonden, alleen is dat niet meer van hem, het heeft een andere eigenaar en heet nu Cats en Fiddels.

Dan maar naar zijn woonhuis, helaas niemand thuis, maar als we wat informeren blijkt hij er inderdaad nog te wonen. We proberen het later nog wel, rond 18.00 uur is hij meestal thuis, wordt ons verteld. Om 18.00 uur zijn we aanwezig en Maddy, de vrouw van Wayan, komt ons al tegemoet.

Wij herkennen haar en zij kent ons direct! Wayan wordt direct onder de douche vandaan geplukt, het weerzien is hartelijk en er wordt gezellig gekletst. Ze zijn blij met de foto’s. Ook nu worden er weer foto’s gemaakt, Wayan lacht al en zegt dat hij ze wel wil hebben als we ze persoonlijk komen brengen! Wie weet...
 


Gekleurde prauw op het strand

We eten heerlijk in het Tia Garden restaurant (chicken sate en gestoomde garnalen). Een van de medewerkers geeft ons een brief mee voor vrienden in Nederland, uiteraard gaan wij er voor zorgen dat die bezorgd wordt.

We brengen de rest van de avond door op ons terras. De wekker gaat op 05.00 uur. Morgen naar Sulawesi!


Avond bij Puri Santrian


Volgens de piloot van Garuda Airlines duurt de vlucht naar Makassar (Sulawesi) 1 uur en 1 minuut, ze zijn erg precies! De vlucht verloopt prima. De luchthaven van Makassar is klein, zo klein dat de bagageband 10 meter lang is en er geen retourbocht in zit zodat op het eind van de band alle bagage op een grote hoop op de grond belandt.
 
Onze rugzakken kunnen we tijdig van de band plukken. Nadat we een werkende ATM machine hebben gevonden en onze rupiah gepint hebben maken we kennis met onze chauffeur voor de komende dagen. Zijn naam is Udin, en hij verwelkomt ons met een "big smile". We mogen hem direct.

Tijdens onze rit van het vliegveld naar Makassar, de hoofdstad van Sulawesi, krijgen we een eerste indruk van de stad, druk, groot, rommelig en chaotisch.

De stad telt 1 ½ miljoen inwoners. Overal rijden blauwe busjes, dit zijn de busjes van het openbaar vervoer. Oude en nieuwe gebouwen wisselen elkaar af.


Op weg naar Sulawesi


Er wordt hard gewerkt aan een nieuwe weg van het vliegveld naar Makassar-stad wat op dit moment enig oponthoud geeft. Mannen staan in de verzengende hitte te graven en te asfalteren en hebben ondanks dat nog het vermogen om vrolijk naar ons te zwaaien. Hun shirts zijn nat en het zweet loopt van hun gezichten, wat een werk.
 


Klein haventje waar de vis wordt verkocht

We slingeren door de drukte naar ons hotel, het Pantai Gapura. Als we stoppen in een erg drukke straat kunnen we eerst niet geloven dat hier ons hotel is.

De ingang bevindt zich tussen 2 gebouwen, eenmaal binnen kijken we onze ogen uit. Het terrein is groot en voorzien van hotelkamers en cottages, vrij staande huisjes met zicht op het zwembad of de zee. Het is prachtig en heerlijk rustig, en dan te bedenken dat je midden in de stad zit. Je merkt er hier niets van!

We nemen afscheid van Udin. Hij zal ons morgen, samen met de gids, om 09.00 uur ophalen, wat een luxetijd.

Na een drankje worden we naar ons huisje gebracht. De cottages zijn erg ruim en het terras bevindt zich boven het water. Het restaurant bevindt zich op een boot, heel apart. We maken wat foto’s, verkennen het hotel en besluiten dan even de straat op te gaan. Wat koude pilsjes halen want die lusten we wel vanavond. De straat op gaan is al een belevenis op zich.
 

Noot van de redactie:
De stad Makassar kreeg in 1971, in de tijd
van president Soeharto, de naam Ujung Pandang, maar werd onder president  Wahid in 2000 weer Makassar (bron: Wikipedia)
Iedereen wil een praatje maken, staart je nieuwsgierig aan en glimlacht, kinderen lopen met ons op, fietsers stoppen, taxi’s toeteren, wat een drukte... en het is al zo warm. Maar wij vinden het geweldig, welkom in Sulawesi!

We gaan op tijd slapen, morgen begint onze rondreis.’s Middags genieten we nog even van het zwembad wat we voor ons alleen hebben, buiten de drie zwembadmedewerkers die het goed in de gaten houden, gelukkig hebben we allebei A en B.

Omdat we geen zin meer hebben om uit eten te gaan bestellen we roomservice, lekker makkelijk.


Ons hotel Pantai Gapura


Om 05.30 zijn we op en zetten we eerst een kop koffie. We wandelen wat rond en zien al heel wat bedrijvigheid aan het water, de zon komt net op. Het ontbijt (op de boot) smaakt heerlijk, daarna gaan de laatste spullen in de rugzak en checken we uit.
 
Onze gids staat ons al op te wachten. Zijn naam is Kornelius, Korne mag ook, en hij komt uit Toradja. Zijn Nederlands is uitstekend, hij heeft gestudeerd in Leuven (België) en dat verklaart tevens zijn leuke accent.

Kornelius is een vriendelijke, rustige man en net als bij Udin, klikt het direct tussen ons.

Vanuit Makassar hebben we een 5 uur durende rit voor de boeg. De eindbestemming van vandaag is Sengkang.

De rit er naar toe is prachtig. Na ± 3 kwartier rijden laten we de stad achter ons en wordt het wat overzichtelijker, veel groen, rijstvelden, enorme bergen en kleine dorpjes.


Onderweg naar Sengkang


Via de
poortboog laten we Makassar achter ons en rijden we het Maros gebied binnen, het gebied van de Buginezen. We zien de Marosrivier en rijden langs de centrale markt. In de dorpjes hangt overal de was te drogen en zitten vrouwen bij kleine vuurtjes over potten en pannen gebogen, kinderen spelen op straat. Onderweg passeren we de “witte berg”, en dat is precies wat de naam al aangeeft, tussen donkere bergen zien we een witte berg, heel bijzonder.
 


Straatbeeld in Sengkang

In het Maros gebied wordt voornamelijk natte rijst gekweekt, deze rijst kan men 2 keer per jaar oogsten. Ook zijn er veel Tamarinda bomen, de vrucht van de Tamarinda wordt gebruikt als lekkernij, op een stokje lijkt het net op onze zuurstok.

We komen, wederom via een poortboog, aan in het Wajo district waarvan Sengkang de hoofdstad is. Sengkang is een nog niet toeristisch gebied. We lunchen in Sengkang in een ongezellig (lees witte tegels en tl-lampen) restaurant. Veel keus hebben we echter niet, het is het enige restaurant, maar het eten smaakt uitstekend. We overnachten in Hotel Apada het voormalig verblijf van een Bugineze prinses.

Daar is echter weinig van te merken,
geen koninklijke snufjes meer, het is heel eenvoudig. Plastic bloemen die hun kleur hebben verloren proberen de kamer nog op te vrolijken, helaas zonder succes.  Wel is er een airco aanwezig, maar die doet het door de stroomstoring niet. De badkamer is klein en ronduit vies, volgens ons is de badkamer 5 jaar geleden voor het laatst gebruikt en op deze manier achtergelaten.
 
Ondertussen doet de imam zijn gebed, uiteraard mogen de luissprekers niet ontbreken zodat de 15.000 inwoners van Sengkang, wij inclusief, mogen meeluisteren.
 


Grootste moskee van Zuid Sulawesi


Hotel Apada in Sengkang

Laat nou net de grootste moskee van Zuid Sulawesi op 300 meter afstand van ons hotel liggen. Uiteraard gaan we daar ook even een kijkje nemen.

Om 16.00 uur maken we een boottrip over het Tempemeer.

Een vriendelijke bootsman voert ons langs het dagelijkse leven aan de waterkant. Het meer wordt gebruikt voor alle dagelijkse dingen, kleding wassen, een bad, tanden poetsen, drinkplaats voor het vee en om de afwas te doen.

Vanuit onze boot hebben we schitterende uitzichten. We varen door een waterdorp en Korne regelt voor ons een bezoekje aan een plaatselijke familie. We worden hartelijk ontvangen in hun drijvende woning. Het huis bestaat uit een keukentje, toilet, slaapkamer en een woonkamer. In de woonkamer staat helemaal niets, geen tafel, stoelen of kasten.
 
Schoenen uit voordat we binnengaan. We mogen in de woonkamer op de smetteloze vloer plaatsnemen en worden getrakteerd op gebakken banaan en thee. Voortreffelijk!

Helaas is ons Indonesisch niet meer wat het is geweest en communiceren doen we via Korne. De man des huizes is visser, de hele dag is hij met zijn bootje onderweg, de gevangen vis wordt schoongemaakt op een klein plateau achter het huis en daarna gedroogd. De vrouw des huizes is een en al vriendelijkheid, runt het huishouden en blijft de thee in onze kopjes aanvullen. Tegen zonsondergang nemen we afscheid en varen we in
het schemerdonker terug.


Waterdorp op Tempemeer


Aan de oevers is het een drukte van belang, de visvangst wordt binnengehaald en in bakken gelegd met grote brokken ijs. Eenmaal bij het hotel blijkt de elektriciteit het weer te doen, en na enig gedoe krijgen we ook de airco aan de praat.
 


Wonen op het water

Douchen slaan we vandaag maar over, de douche is niet echt uitnodigend.

Korne komt informeren of we een biertje willen drinken, het hotel mag namelijk geen bier verkopen ivm. het geloof.

Toch zijn er enkele minder gelovigen in de stad want via via weet Korne aan 2 pilsjes te komen. Deze worden trots gebracht door een medewerker van het hotel, nog nooit zo’n lauw bier gedronken...

We kunnen er hartelijk om lachen, we genieten van de avond en gaan dan lekker slapen.

Om 05.00 uur gaat de “wekker”, niet die van onszelf, de klanken komen uit de moskee. Het is tijd voor het ochtendgebed, maakt niets uit, we waren toch van plan om vroeg op te staan. Na een eenvoudig, maar heerlijk ontbijtje vertrekken we uit Sengkang.
 

Verder naar Tana Toraja


 
Pasca