Homepage |
India - Delhi - Churu - Bikaner |
|
|
||
|
||
|
|
|
|
Dag 1 Zaterdag 9 Februari Vlucht naar Delhi. Op de luchthaven nog ff afscheid genomen van de HEMAWORST want het wordt VEGAKOST. Wij werden (en dat is bijna standaard) door Dennis en Angelique netjes afgezet op schiphol.
|
Het overgrote deel van de tien miljoen inwoners van Delhi leeft echter in Oud-Delhi, een ommuurde stad met poorten, nauwe steegjes, tempels, moskeeën en bazaars. |
Dan natuurlijk de bureaucratie met je Paspoort en Visumcontrole en je
krijgt een vaag vermoeden dat de Valium hier in de aanbieding is. Maar ja: "Keep cool it's your holiday". Eenmaal door de controle een sigaretje in een koud en mistig India. We hebben genoeg korte broeken en T-shirts bij ons, dus het moet wel warmer worden. Je word meteen belaagd door Porters die je bagage wel ff willen dragen of de Tuk Tuk rijders die je door de stad willen manoeuvreren. Maar "Onze Ingrid" loodste ons vrij snel naar de klaarstaande bus die ons de komende weken door Rasjathan zou vervoeren en na een ritje van 35 minuten kwamen we aan in ons Hotel Pablas international. Nadat we onze tassen gedumpt hadden zaten er 20 mensen van de groep met slaperige ogen aan het ontbijt. |
|
Eigenlijk wilde je meteen in bed ploffen maar toch maar het advies van Ingrid opgevolgd en op de been gebleven. Buiten het hotel maar beginnen met een wandeling om de boel te verkennen en het was meteen raak. |
|
Wij schrokken toch wel van alle ellende op straat
ondanks onze Afrika-ervaring en reisverhalen die wij gelezen hadden. Heel veel bedelaars en kinderen met of zonder handicap die ons vragend aankeken met een uitgestoken hand om een paar Rupies. Overal vuurtjes op straat om het enigszins warm te krijgen. Men verzamelt gewoon allerlei afval en plastic en steekt het waar dan ook gewoon in de fik. Deze straat die overdag bruist van de handel was zo vroeg in de ochtend alleen maar voor de survivers. Er staat je een cultuurschok te wachten. De in onze ogen schrijnende armoede, het vuil, de geuren en vooral de kleuren, het openbare leven. Alles is een aanslag op je zintuigen. Enorme contrasten . Waar vind je een straatbeeld dat bestaat uit (echt ontzettend véél) mensen, kamelen, fietsers, geiten, riksja's,varkens, de nieuwste auto's, een voor een winkel geparkeerde beschilderde olifant, auto's uit de 50er jaren, toeterende TukTuk's, volgepakte (erin en erop) bussen, apen op balkons en dakgoten, |
wild beschilderde oude vrachtwagens en daar tussendoor de heilige koeien? Verderop enkele kleine parkjes waar we in het ochtendzonnetje de eerste papagaaien zagen en eekhoorntjes die over de muurtjes heen flitsten. |
Na deze eerste kennismaking zijn we Naar
oud-Dehli gereden waar we het monument van Gandhi wilden bezoeken. Dit
was helaas niet mogelijk omdat er een of andere Russische Delegatie op
bezoek zou komen. Daarna een Riksja genomen en ons laten rondrijden voor nog geen euro. Wandelend door de smalle straatjes kijk je je ogen uit. Kraampjes winkeltjes met kruiden, auto-onderdelen, kleding, handwerk en veel vuurwerkwinkels met een rokende verkoper. In de stad is het een chaos, het krioelt er van de riksjas, Tuk tuks, auto's, brommers, motoren die niets anders doen dan TOETEREN en nog eens TOETEREN. Hierna rijden we naar Gurdwara Bangla Sahib, een tempel van de Sikhs. Sikhs geloven in een god en kennen geen kastenstelsel. Sikhs zijn erg aardige mensen en zullen vrijwel nooit om geld vragen. We naar het water dat mooi aangelegd bij de tempel ligt. Op blote voeten natuurlijk en dat was het echte IGLO gevoel. |
|
Er stond nog een paal op de binnenplaats waarin een sikh klom die geheel in Oranje kledij tot in de nok klom om daar wat op zijn kop rond te bengelen. Zal wel een ritueel zijn maar we kwamen er niet achter wat de bedoeling ervan was. |
|
Bij het verlaten van de tempel staan er weer
kinderen te bedelen en een van heen maakte diepe indruk op Ria omdat het
gedeelte van haar gezicht dat niet bedekt was door haar sluier heel erg
verbrand was. Je kunt je dus voorstellen hoe de rest er uit kon zien.
's Nachts met de hele groep gaan eten bij Chicken-inn waar we heerlijke Indiase gerechten kregen voorgeschoteld die allemaal even lekker waren. Alles vegetarisch en dat zou voor ons ook zo blijven de hele reis. Het was lekker, beviel ons goed en de kans dat we ziek konden worden werd daardoor natuurlijk kleiner. We werden nog meer gemotiveerd om vegetarisch te eten toen we enkele kippenslagers aan het werk zagen. De levende kip zit in een kooi en dan ineens zijn het kippen filets maar dan niet zo mooi ingepakt in plastic als bij ons thuis met een houdbaarheidsdatum stickertje er op. |
En
na het eten was bij ons ook de accu echt leeg , we waren doodmoe. Terug naar ons hotel moesten we nog ff verhuizen omdat er iets mis was gegaan en de groep werd verdeeld over 4 aangrenzende hotels. Het was inmiddels hartstikke koud buiten. Onze hotelkamer had een steenkoude vloer en het was ook nog ff wachtten dat het douchewater warm was , maar toen lekker naar bed. Dag 2 Maandag 4 Februari. |
tempels van India. Hij werd gebouwd ter nagedachtenis aan een vrouw die eind 16e eeuw Sati pleegde na de dood van haar man. Je kunt in de tempel overnachtten ( 300 kamers) en in het hart van de tempel brandt het eeuwig vuur bewaakt door tempelpriesters. Daarna nog een tempelcomplex bezocht. Verder natuurlijk geluncht en onderweg nog een trouwerij gezien. De pauzes langs de weg zijn meestal in lekkere rustige tuinen waar we goed verzorgd werden. Dit alles werd betaald uit de gemeenschappelijke pot die wij aan het begin hebben aangelegd. Om 6 uur 's avonds kwamen wij aan in Mathhansar in de streek Shekhawati. We zullen hier overnachten in een Fort van een Thakur (rentmeester). Hotel Narayan Niwas Castle. Een deel van het fort is omgebouwd als gastenverblijf en wordt gerund door een familie. |
|
Je weet niet wat je ziet als je er aan komt. Je loopt door een grote poort en wordt verwelkomt door iemand die op een trommel staat te tokkelen en bij de ingang krijg je een krans van bloemen (altijd Afrikaantjes) en een rode stip op het voorhoofd. |
|
Een eerst blik in Kamer no1 deed ons ff stil
staan, schitterend een balzaal vol met oosterse meubels en kleden. Ons slaapverblijf zou helemaal boven in de toren van het
fort zijn dus nog wel wat trapjes te gaan. Maar toen we uiteindelijk boven waren
stonden we alleen maar te genieten, niet alleen van de kamer die ook helemaal
oosters was maar ook van het uitzicht dat geweldig was. Je keek helemaal uit over het aangrenzend dorp en even moest je denken aan "onze jongens in Afghanistan". Allemaal blokjes van huizen en ruïnes. In mijn enthousiasme wandelend achter mijn camera aan stootte ik mijn hoofd tegen een te lage boog van de ingang naar onze kamer en kreeg ik een klap te verduren die ik nog in mijn tenen voelde. Ik hoopte alleen maar dat er iemand de handdoek in de ring zou gooien. Nadat we ons een beetje hadden opgeknapt hebben we heerlijk bij een kampvuur dat er op de binnenplaats brandde gegeten. In de aangrenzende keuken werd door mannen en een vrouw ons eten |
klaargemaakt. Na het eten nog ff de trappen op richting ons Torenverblijf
en rillend van de kou het bed in. Dag 3 Dinsdag 5 Februari. |
Om 6.30 uur werd er aan de deur geklopt door zo'n leuk
Indiaas manneke die ons 2 emmers Heet water kwam brengen om ons te wassen. Er
was n.l. geen warm water in de douche. Het word dan een beetje als bij de
verkenners maar ik vond het al knap van die jongen dat hij die afstand met al die
trappen had afgelegd zonder dat het water was afgekoeld. Dus een stortbad
genomen met een maatbeker dat achteraf best goed is bevallen. Om 9uur vertrokken naar een nabij
gelegen dorpje RAJGARH in het CHURU district ( temp kan oplopen tot 50 gr ) met
mooie mensen en enkele mooi beschilderde Haveli's (koopmanshuizen) bezocht.
Dergelijke muurschilderingen zijn kenmerkend voor deze streek. |
|
De meeste van die gebouwen zijn bedekt met fresco's van tussen 1760 en 1920, en nog steeds prachtig om te zien. Maar om eerlijk te zijn als je er 2 gezien hebt is het wel weer goed geweest. |
|
Onze plaatselijke gids die keurig gekleed en heel serieus ons door de
gebouwen loodste zakte nog even door een gat in de bestrating en stond in het
riool. |
Later heeft ze haar jurkje knap laten herstellen in Udaipur bij een kleermaker .Na dit heerlijk gebeuren nog ff plassen en dat geplas van de dames in de groep trekt veel bekijks van de plaatselijke mannengemeenschap die dan ook pardoes stoppen en leunend op hun fiets het gebeuren gadeslaan. |
Mannen in India plassen overigens niet staand maar zittend. Zij en ook de vrouwen zitten langs de weg te plassen of poepen in een hurkhouding. Ze hebben gewoon geen toilet en zien geen andere mogelijkheid. Voor ons is dat heel gênant om te zien,
maar ook in spugen zijn zij onbetwist wereldkampioen want dat doen ze om de 5
minuten, en mikken kunnen ze ook. |
|
Dus
weer enkele plaatjes geschoten van de familie en hun beloofd deze dan ook op te
sturen. En dat moet je dan ook doen. Jan die net weer eens lekker geschoren was bij de plaatselijke kapper langs de weg stapte weer op en ook ik ging verder het |
|
dorp in. Mijn wandeling begon met 2 kinderen
achter me aan en eindigde met alle in het dorp wonende jeugd. Ze wilden maar op de foto en natuurlijk
in het display kijken hoe het resultaat was en dan maar gieren van het lachen.
Telkens als ik dacht "Oh leuk 2 oude mannen om te fotograferen" dan waren ze
niet meer te zien want de kids stonden ervoor. Uit alle straatjes schieten ze te
voorschijn en het eerste wat ze vragen: Pen?, Ruppie?, shampoo? |
De trommelaar bij het fort ziet me van verre aankomen en begint er weer op los te roffelen. We hebben die avond weer heerlijk gegeten bij het kampvuur , het was lekker pittig en gezellig. Voordat we naar bed gingen hebben we nog wat extra energie opgenomen bij het kampvuur om ons op te warmen voordat we onze torenwoning betraden. Morgen weer vroeg op..... |
|
Dag 4 Woensdag 6 Februari. Vandaag gaan we naar BIKANER (Bikanar is een woestijnstad met een prachtig historisch centrum) Bikaner ligt namelijk op een oude karavaanroute naar Centraal-Azië. Een lange bazaarstraat leidt nog steeds naar het imposante Junagarh Fort. De fortmuur van bijna een kilometer lengte telt maar liefst 37 bastions en twee imposante poorten. Binnen de muur liggen mooi gerestaureerde paviljoens en tempels. |
Vanmorgen de dag weer begonnen met 2 emmers water die door
een knulletje naar boven gesleept werden. Toen hij de emmers op de badkamer neerzette bleef hij maar brabbelen en in eerste instantie begreep ik hem niet zo goed en dacht dat er iets mis was, maar hij had gewoon graag een fooitje. Nou en met 10 ruppie zijn ze al heel tevreden. Ik zelf zou die emmers voor nog geen 10 euro al die trappen hebben opgesleept. Voordat we ons stortbad namen nog lekker koffie gezet: JA JA WE HADDEN EEN KOKERTJE BIJ ONS. Heerlijk ons ontbijt genomen beneden bij het kampvuur terwijl onze tassen weer al die trappen werden afgedragen. Toen we buiten bij elkaar stonden te wachtten om te vertrekken met onze bus was het mistig en maar 3 graden. Dus werd er maar en fikkie gestookt van allerlei afval om ons een beetje aan te warmen. |
|
Fikkie stoken is ook weer een van die gebruiken
die iedereen bezigt op straat. Overal
vuurtjes op straat met als bijkomend voordeel dat de afvalberg tenminste iets
gereduceerd wordt. Ook onderweg in de bus hebben we zitten rillen van de kou. Onderweg zie je dat de dorpen tot leven komen en de mensen ook |
|
wakker worden. Iedereen is wel met iets bezig. Kindertjes lopen in hun blote billen in de buurt van de waterpomp te spelen en hebben het waarschijnlijk niet zo koud als die verwende toeristen in hun bussie. We waren blij dat we 100 km voor BIKANAR een stop maakten om koffie te drinken en toen ook het zonnetje doorbrak werd de temperatuur al snel rond de 20 graden. Omdat we al zo gewend waren aan de vuurtjes langs de weg duurde het een tijdje voordat we in de gaten hadden dat de stank die in de bus hing niet van buiten maar van de ventilatorriem van onze bus kwam. Heel even gecheckt maar het was niet zo'n groot probleem en dat kon worden verholpen bij de volgende stop. Na de middag in een geweldig mooi Hotel ( Bhairon Villas) aangekomen. Prachtige sprookjesachtige kamer die heel antiek was ingericht en een heel mooie tuin. |
Na wat rust gingen we in de namiddag richting : DE RATTENTEMPEL. In het kleine plaatsje Deshnok staat de tempel van Karni Mata, ook wel bekend als de 'rattentempel'. De tempel is opgetrokken uit steen en marmer en heeft een prachtige marmeren |
voorgevel met grote
zilveren deuren, geschonken door Maharaja
Ganga Singh. In de deuren zijn afbeeldingen van ratten gegraveerd. Karni Mata was een vrome, mystieke vrouw waarvan geloofd wordt dat ze bovennatuurlijke krachten bezat. Ook wordt wel gezegd dat zij de incarnatie was van de oorlogsgodin Durga. Zij werd aanbeden door haar volgelingen, de 'Charans', die haar beschouwden als hun beschermheilige. De tempel wordt bewoond door een groot aantal ratten, die vereerd worden door de lokale bevolking. De ratten in de tempel zijn zwarte ratten (rattus rattus), in tegenstelling tot onze tamme huisrat die afstamt van de bruine rat (rattus norvegicus). Over de achtergrond van deze verering van de ratten worden verschillende verhalen vertelt. Eén legende verhaalt dat op een dag een gestorven jongen bij Karni Mata werd |
|
gebracht met de bedoeling hem weer tot leven te wekken. In trance zocht zij contact met de god van de doden, Yama, en vroeg hem om de ziel van de jongen. Yama beweerde echter dat hij geen macht meer had over de ziel van de jongen, omdat die al |
|
geïncarneerd was. Karni Mata was zo boos over deze smoes en de weigering
om te helpen, dat zij zwoer dat Yama nooit meer macht over overledenen
van haar volk zou krijgen. Hun zielen zouden voortaan meteen in ratten
treden en van daaruit later weer reïncarneren als Charans. Volgens de
lokale bevolking zijn de ratten dus de incarnaties van hun eigen
verwanten. Een ander verhaal luidt dat de
ratten kinderen zijn die tijdens een pestepidemie (in de 14e of 16e
eeuw) zijn overleden. In dit verhaal beloofde diezelfde Yama, na
smeekbedes van de rouwende moeders om de kinderen terug te laten komen,
dat de ziel van ieder kind zou voortleven in de vorm van een rat.
Hiervan stamt de benaming 'kabas' voor de ratten in de tempel af, wat
'kleine kinderen' betekent. |
Doordat ze geen gevaar te duchten hebben zijn ze niet schuw. Over de binnenplaats van de tempel is een groot net gespannen om de ratten te beschermen tegen roofvogels. Zoals in ieder Hindoeïstische tempel is het niet toegestaan de tempel met |
schoenen te betreden. De ratten brengen geluk,
extra voorspoed wordt beloofd wanneer de ratten over je voeten lopen of
wanneer je in de gelukkige omstandigheid bent één van de aanwezige witte ratten te zien.
Het doodtrappen van een rat is een stuk minder gunstig: in dat geval moet de rat vervangen worden door een gouden rattenbeeldje. Buiten moesten we onze schoenen uittrekken en moest je blootsvoets of met sokken aan de tempel binnengaan. Sommigen keken elkaar aan alsof we een verstandskies moesten laten trekken anderen waren er minder van onder de indruk. Ria had er toch wel veel moeite mee maar INGRID wist haar er van te overtuigen om mee te gaan en ook zij doorstond het hele gebeuren. Je weet niet wat je ziet, overal ratten het krioelt ervan. Ze flitsen van links naar rechts , zitten op muurtjes , hangen aan poortjes of zitten |
|
gezellig te smullen van overdadig voer en drinken melk. En zelf loop je met je blote voeten door de pis poep eten etc. Het was fascinerend en ik hoefde niet te kijken waar Ria was want die hoorde ik meerdere keren gillen. Maar knap want ze had al weer |
|
een overwinning geboekt. Opeens rumoer van de Indiërs want ze hadden een WITTE RAT gezien en dat betekent geluk. Dus wij hebben ook geluk.. en gelukkig konden we daarna weer onze schoenen aantrekken. Bij ons Hotel lekker gegeten in de tuin waar het
eigenlijk te koud was maar aan elke tafel stond een grote vuurbak die
regelmatig bij gestookt werd waardoor in ieder geval één gedeelte van
ons lichaam het lekker warm had. Toen de vlammetjes van het vuur begonnen te doven moest ook deze dag er weer aan geloven. |
Ton |
||
|
328.28.03.08 |